Rabarber bosbessen crumble

Voorbereiding

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Koken

Maak eerst de bodem. Maal de walnoten fijn in een keukenmachine of blender.

Mix daar het havermeel doorheen.

Voeg de banaan, kaneel, 2 el olie/boter en 2 el suiker toe, mix alles goed door elkaar tot een deegbal.

Bekleed een springvorm (een niet al te grote, van zo’n 21 cm diameter) met bakpapier en verdeel hier het deeg overheen met je (schone) handen. Prik wat gaatjes met een vork in de bodem.

Zet de springvorm voor circa 10 minuten in de oven.

Maak ondertussen de compote.

Was de rabarber en snijd de uiteinden eraf. Snijd in stukken en houd 100 gram apart.

Zet een pan met een klein laagje water (dit laagje water is zodat de rabarber niet aankoekt. Dus het hoeft maar een heel dun laagje te zijn.) op het vuur. Voeg de stukken rabarber (200 gram) aan de pan.

Voeg ook het citroensap en 2 el suiker eraan toe. Breng het geheel zachtjes aan de kook.

Laat het ongeveer 10 minuutjes doorkoken, totdat alle rabarber uit elkaar is, in sliertjes.

Laat het nog iets inkoken. Blijft de compote wat te dun, dan kun je er nog een beetje maïzena of arrowroot doorheen roeren.

Verdeel de compote over de taartbodem. Verdeel daarna de blauwe bessen eroverheen.

Leg de overige stukjes rabarber verdeeld over de taart.

Maak nu de crumble. Meng hiervoor de kokosmeel, havermout, melk 1 el kokosolie en 1 el suiker door elkaar tot het een kruimelig deeg wordt.

Verspreid de crumble over de taart en garneer af met amandelschaafsel.

Zet de taart voor ongeveer 20 minuten in de oven, zodat de crumble mooi goudbruin is.