De Red Delicious heeft een karakteristieke, zoete smaak en is het lekkerst als handappel. Lees meer
Ze zijn niet alleen lekker, maar appels bevatten ook veel voedingsvezels en natuurlijke suikers. Voedingsvezels zorgen voor een goede spijsvertering en helpen bij de opname van andere belangrijke voedingsstoffen. De natuurlijke suikers in appels worden langzamer opgenomen dan gewone suikers waardoor ze je langer energie geven. Daarnaast bevat de appel relatief veel vocht. Daarom bewaren we al eeuwen een appeltje voor de dorst.
Aankooptips
Een goede Red Delicious moet er gaaf uitzien, is stevig en onbeschadigd. Appels zijn erg stootgevoelig. Stoten of butsen veroorzaakt beurse plekken. Behandel appels dan ook voorzichtig.
Wanneer in het seizoen
Appels van het ras Red Delicious zijn van april tot en met juli beschikbaar uit Chili en Argentinië.
Bewaren
Een Red Delicious appel is na aankoop circa 2 weken houdbaar. Bewaar appels op een koele, donkere plaats. Bij voorkeur in de koelkast, dan blijven ze tot wel 4 weken goed. Appels die op de fruitschaal liggen worden snel overrijp en doordat ze veel ethyleen produceren beïnvloeden ze bovendien het overige fruit op de fruitschaal nadelig.
Schoonmaken
Was de Red Delicious, verwijder het klokhuis en schil de appel indien gewenst. Appels verkleuren na het schillen snel. Voeg citroensap toe om bruinverkleuring te voorkomen.
Smaak
De Red Delicious heeft een zoete smaak en is het lekkerst als handappel. Appels zijn een lekker tussendoortje en ze kennen vele toepassingen.
Maak van de Red Delicious eens een lekkere jam. Door het hoge pectinegehalte van appels stolt jam sneller. Of verwerk appels in een fruitsalade, nagerecht, of chutney. Ook kun je van appels een lekkere appelsap, saus, appelmoes of compote maken. Met die compote kun je je taartbodem of cake vullen. Daarnaast kun je appel in de schil bakken, vullen, stoven of frituren. Kortom: een veelzijdig product!
Meer informatie
De Red Delicious is te herkennen aan de vijf knokkels, als van een hand, aan de onderkant. De vorm zelf is meer hoog dan breed. De appel is paars tot donkerrood van kleur en enigszins gestreept. Het vruchtvlees is knapperig.
Als cultuurvrucht is de appel al heel lang bekend, langer waarschijnlijk dan de peer. Dat valt onder andere af te leiden uit vondsten in Italië en Zwitserland, waar bij prehistorische paalwoningen resten zijn gevonden van gekweekte appels. Deze moeten al zo'n 4500 jaar geleden zijn geteeld. Over de wilde voorouders van de moderne appel bestaat enige onzekerheid. Waarschijnlijk heeft de Europese wilde appel als stamsoort niet zo'n grote rol gespeeld. Een grote rol zou wel zijn weggelegd voor de Astrakanappel uit Siberië en Noord-China.