Johan Zwinkels, Courgette teler

De courgette plant bloeit met prachtige gele bloemen. De mannelijke bloem bestaat uit een steeltje en een bloem. Deze bloem noemen we de Fioretta. Deze bloem hebben we nodig voor de bestuiving, maar hij is ook heel geschikt om te frituren. De vrouwelijke bloem bestaat uit een kleine courgette, het vruchtbeginsel, met daaraan een bloem. Deze bloem noemen we de Courgette Fleur. Vanuit deze bloem kan de courgette groeien. De Courgette Fleur wordt echter ook als delicatesse geoogst en gegeten. De bloemen van de courgetteplant openen zich maar één keer. De bloem opent zich zeer vroeg en sluit zich weer rond tien uur ’s ochtends. De Courgette Fleur wordt daarom ’s ochtends heel vroeg geoogst. De bloem wordt direct per stuk in een flowpack verpakt om de houdbaarheid zo lang mogelijk te garanderen. Als de Courgette Fleur niet geoogst wordt dan moet de bloem bestoven worden om uit te kunnen groeien tot een vrucht. Ook dit moet gebeuren in het korte tijdsbestek van de bloei. Voor de bestuiving worden bijen ingezet. Zij brengen het stuifmeel van de mannelijke naar de vrouwelijke bloem. Als de bestoven Courgette Fleur niet geoogst wordt dan valt de bloem er af en groeit het vruchtbeginsel uit tot een courgette.

Tijdens de groei kennen we verschillende maatsorteringen, dit zijn Mini, Midi en een standaard formaat courgette. De uitgroei van bloem tot een vrucht van 350 gram is in de zomer ongeveer 5 dagen. In het voor en najaar loopt dat op naar 8 dagen. Er staan twee teelten per jaar. De voorjaarsteelt wordt begin januari geplant. De eerste oogst is na vier weken en loopt door tot half juli. De planten worden dan verwijderd om plaatst te maken voor de najaarsteelt. Deze wordt begin augustus geplant en loopt door tot begin december. Om in de zomer toch door te kunnen leveren wordt op een tweede bedrijf een zomerteelt gezet. Op deze manier kunnen we van begin februari tot begin december product leveren.

Onze courgettes worden biologisch geteeld op basis van het Global Gap Zorgsysteem. Dit Zorgsysteem garandeert dat het gewas op natuurlijke wijze beschermd wordt tegen ziekten en plagen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van allerlei nuttige insecten zoals sluipwespen en roofmijten. Tevens is de teler verplicht een registratie bij te houden van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen en energie. Deze registratie en de teelt worden regelmatig gecontroleerd door onafhankelijke controle instanties.