Tuinbonen hebben een bittere smaak en worden vaak gekookt of gestoomd gegeten. Tuinbonen zijn in juni en juli van Nederlandse bodem beschikbaar.
Aankooptips
Bij aankoop horen tuinbonen te glanzen en stevig te zijn. Het is aan te raden een boon te openen en te controleren of het pluis in de schil nog wollig en wit is. Als dit niet zo is, is het product te oud. Ook mogen de tuinbonen beslist niet slap zijn. Neem per volwassene 750g tot 1kg ongedopte tuinbonen.
Wanneer in het seizoen
Tuinbonen zijn in juni en juli van Nederlandse bodem beschikbaar.
Jaarrond verkrijgbaar
Tuinbonen is het hele jaar verkrijgbaar.
Beschikbaar uit Nederland
juni tot en met juli.
Bewaren
Bewaar ongedopte tuinbonen bij een temperatuur van 10°C. Zo zijn ze ca. 2 weken te bewaren.
Schoonmaken
Zet je duimen op de bolle kant van de peul, druk hem open en haal de bonen eruit.
Leg de gedopte tuinbonen eventueel direct in zout water om bruinverkleuring tegen te gaan. Je kunt tuinbonen het beste zo kort mogelijk voor het bereiden schoonmaken.
Het pluis moet wit zijn!
Smaak
Tuinbonen hebben een bittere smaak en worden vaak gekookt of gestoomd gegeten. Hoe ouder de boon, hoe sterker de smaak. Jonge, niet te grote zaden zijn het lekkerst door hun zachte en volle smaak.
Serveer tuinbonen eens met een lekkere mosterd- of tomatensaus. Met blokjes ham en ui is ook heerlijk. Of wat dacht je van tuinbonen in een (rauwkost)salade met bijvoorbeeld komkommer en kipreepjes? Doe ze ook eens door de pasta, met room en schapenkaas bijvoorbeeld. Iets oudere bonen kun je gepureerd verwerken in dipsauzen of soep. Eet tuinbonen niet rauw.
De kooktijd van tuinbonen is 5-10 minuten. Kook ze niet langer dan 10 minuten om ze lekker knapperig te houden. Tuinbonen blijven mooi blank als aan het kookwater een scheut melk is toegevoegd. Je kunt de bonen eventueel na het koken nogmaals doppen door het stugge velletje te verwijderen. Zo krijg je mooie groene boontjes. Je kunt tuinbonen ook in de magnetron bereiden, dit duurt 5-8 minuten. Smoor of stoom tuinbonen in 10-15 minuten.
Bereidingstijden
Voedingswaarden
Meer informatie
Tuinbonen zijn stevige, fluweelachtig behaarde peulen met 2 tot 5 dikke, platte bonen. Ze worden ook wel ‘dikke duimen’ of ‘boeren boxen’ genoemd. Ze zijn vrij zacht en bleekgroen van kleur.
Naast de gewone peulvruchten zoals sperziebonen, snijbonen, peulen en kousenband, zijn er ook nog verse peulvruchten. Tuinbonen behoren samen met doperwten en kapucijners tot deze laatste groep. Verse peulvruchten zijn, in tegenstelling tot de ‘gewone’, volgroeide, maar onrijpe zaden van peulgewassen. Tuinbonen worden al heel lang verbouwd; al in 6000 voor Chr. De zaden waren toen echter nog vrij klein en ze zijn voor het eerst gevonden bij archeologische opgravingen bij Nazareth in Israël. Nederlanders weten sinds de 15e eeuw dat verse, jonge tuinboontjes erg lekker zijn. Ze zijn ook gezond, want ze bevatten een hoog gehalte vitamine B en C (mits je ze niet te lang kookt).
