
De granaatappel behoort botanisch gezien tot de bessen. De vrucht is een schijnbes ter grootte van een sinaasappel en is enigszins uivormig.
De granaatappel behoort botanisch gezien tot de bessen. De vrucht is een schijnbes ter grootte van een sinaasappel en is enigszins uivormig.
Bij aankoop horen granaatappels een glanzende schil te hebben. Als hij zwaar aanvoelt voor zijn grootte, zit hij waarschijnlijk vol sap. Laat bij voorkeur granaatappels met een harde of droge schil liggen.
De kleur van de schil van de granaatappel verandert na het plukken niet meer, maar het vruchtvlees kleurt door van geelrood naar roodbruin.
De granaatappel is jaarrond beschikbaar. Van juli tot en met januari uit Spanje, Turkije, Israël en Iran. Van januari tot en met juni uit Peru.
Granaatappel is het hele jaar verkrijgbaar.
Granaatappels kun je in de koelkast een week bewaren. Ook als hij uitgedroogd lijkt, is het vruchtvlees nog goed eetbaar.
Snijd de steelaanzet van de granaatappel wigvormig uit en trek de vrucht uit elkaar om de pitten eruit te halen.
Druk de pitten naar buiten en vang ze op. Je kunt de granaatappel ook uitlepelen. Let erop dat de witte vliezen niet eetbaar zijn, ze zijn wrang van smaak.
Granaatappels hebben een leerachtige, roodgouden schil met een grote bloemkelk of kroon. De vruchten zijn roodbruin van kleur en binnenin verdelen witachtige vliezen de vrucht in partjes.
Deze partjes bestaan uit geleiachtig, donkerrood vruchtvlees met talloze eetbare, witte pitjes. Botanisch gezien behoort de granaatappel tot de bessen. Het is een schijnbes ter grootte van een sinaasappel en hij is enigszins uivormig. Oorspronkelijk komt de vrucht uit Perzië en al eeuwenlang wordt hij verbonden met allerlei culturen en religies. De bloemen van de granaatappel vormden het symbool voor de liefde en de pitjes een symbool van vruchtbaarheid.