
De oorsprong van de rambutan ligt in China. Tegenwoordig groeien ze in veel tropische gebieden zoals Maleisië, Indonesië en Thailand.
De oorsprong van de rambutan ligt in China. Tegenwoordig groeien ze in veel tropische gebieden zoals Maleisië, Indonesië en Thailand.
Bij aankoop horen rambutans er fris uit te zien en mooi rood/oranje/geel van kleur te zijn. Als de haren bruin kleuren en verschrompelen, is de vrucht niet meer vers. Rijpe vruchten hebben een schil die makkelijk los laat.
De rambutan groeit in tropische gebieden zoals Maleisië, Indonesië en Thailand. De vrucht is het hele jaar door beschikbaar uit deze landen.
Rambutan is het hele jaar verkrijgbaar.
Je kunt rambutans het beste bij kamertemperatuur bewaren, op de fruitschaal bijvoorbeeld. Daar zijn ze ongeveer 1 week houdbaar. In de koelkast bewaren kan ook, daar zijn ze 2 tot 3 weken houdbaar. Ze verliezen dan echter wel snel hun aroma.
Pel de rambutan en verwijder de pit. De schil is niet eetbaar.
Rambutans (ramboetans) zijn ongeveer even groot als kastanjes. De naam van de vrucht komt van het Maleisische woord ‘rambut’ dat ‘haar’ betekent. De zachte, haarachtige stekels zijn bij verse rambutans rood of geel gekleurd.
De vrucht is rijp wanneer de schil makkelijk los laat. Het vruchtvlees van de rambutan is sappig, glazig wit en heeft een witte pit. De gepelde vrucht lijkt zowel qua uiterlijk als in smaak op de lychee en wordt daarom ook wel ‘harige lychee’ genoemd. Rambutans zijn echter wel kwetsbaarder dan lychees. Rambutans komen oorspronkelijk uit China.