De paarse ridderzwam, ook wel Lepista nuda, heeft een hoed met een doorsnede van 6 tot 12 cm. Deze hoed is eerst bol, later afgeplat en soms een beetje ingerold.
Hij is glanzend en bruinachtig en is aan de onderkant gevuld met violetkleurige plaatjes die dicht opeen staan. Bij ouderdom verliezen deze plaatjes een beetje hun kleur, maar ze worden nooit bruin. De steel van de paarse ridderzwam is 5 tot 9 cm lang. Het vlees is blauwachtig van kleur.
Oorspronkelijk werd deze paddenstoel alleen in Frankrijk geteeld. Inmiddels is een select aantal Nederlandse telers ook bezig met de professionele teelt van deze soort. De paarse ridderzwam verschijnt in het wild pas laat in het jaar in grote aantallen.