Sugar snaps hebben, zoals ze naam al aangeeft, een zoete smaak. Je kunt ze koken, roerbakken en rauw verwerken in een salade.
Bij aankoop horen sugar snaps onbeschadigd te zijn. Ze zijn vers als ze een beetje glimmen en de kroontjes van de steeltjes frisgroen zijn. Ook kraken ze als je er met je hand over strijkt.
Sugar snaps zijn het hele jaar door verkrijgbaar uit Kenia. Van november tot en met februari komen ze ook uit Egypte, Marokko, Peru en Guatemala en van april tot en met oktober ook uit Zimbabwe en Tanzania.
Sugar snaps is het hele jaar verkrijgbaar.
Sugar snaps kun je het beste in een papieren of open plastic zak met gaatjes in de koelkast bewaren. Daar zijn ze 1-3 dagen houdbaar.
Was de sugar snaps, snijd het topje van de peul en neem meteen de harde, vlezige draad mee die langs de naad van de peul loopt.
Snijd ook het onderste puntje van de peul en neem vervolgens de draad aan de andere kant van de peul mee.
De sugar snap, suikererwt op z’n Nederlands, is een doperwtensoort met vlezige, dikwandige, eetbare peulen met zoete erwten. Ze lijken op de bekende peultjes, maar ze zijn iets boller.
Eigenlijk zijn sugar snaps nog niet rijp als ze geoogst worden. De zaden zitten nog in de peul, maar juist dat zorgt voor de lekkere smaak. Sugar snaps zijn ontstaan uit een kruising tussen erwten en peultjes. Pas relatief recentelijk, in 1979, is deze kruising geperfectioneerd en is de sugar snap geboren.
