
Watermeloenen zijn de grote dorstlessers in warme landen. Ze verzamelen heel veel vocht: watermeloenen bestaan voor 95% uit water!
Watermeloenen zijn de grote dorstlessers in warme landen. Ze verzamelen heel veel vocht: watermeloenen bestaan voor 95% uit water!
Bij aankoop hoort de watermeloen stevig aan te voelen. Hij mag geen zachte, beurse plekken vertonen. Een rijpe watermeloen klinkt hol als je erop klopt.
De watermeloen is van half februari tot begin september beschikbaar uit Spanje, Panama en Honduras.
Watermeloen is het hele jaar verkrijgbaar.
Bewaar watermeloen altijd in de koelkast. Daar is hij een aantal dagen houdbaar en gekoeld is hij het lekkerst!
Snijd de watermeloen door en verwijder de (eventuele) pitten. Je kunt de meloen uit de schil eten of het vruchtvlees van de schil af snijden.
Watermeloenen zijn grote, ronde tot ovale vruchten met een groene, gestreepte, harde schil. Het vruchtvlees is lichtroze tot donkerrood van kleur. Watermeloenen zijn heel sappig, want ze bestaan voor 93% uit water!
De watermeloen heeft een knapperige structuur met vrij grote, harde, donkerbruine zaden. Anders dan bij andere meloenen bevinden deze pitten zich niet bij elkaar in de holte in het midden van de meloen, maar verspreid ingebed in het vruchtvlees. Watermeloenen kunnen wel 2,5 kilo wegen.
De meloen is familie van de komkommer. De meloen is eigenlijk geen fruit, maar groente. Je kunt meloenen goed kruisen tot andere soorten, waardoor er een enorme variatie van deze vrucht te koop is. Er bestaan meer dan 70 verschillende meloensoorten.
De meeste bekende soorten in ons land zijn de Cantaloupe en de watermeloen. De vrucht wordt in veel tropische en subtropische streken verbouwd. Ook groeien ze onder gecontroleerde omstandigheden in Nederlandse kassen. Meloen is een eenjarige plant die veel warmte en licht nodig heeft. Meloenplanten met grote bladeren dragen ook grote vruchten. Er zijn kruipende planten en meloenplanten die omhoog groeien langs touwen. De hommels in de kas zorgen voor de bestuiving van de bloemen waar vervolgens de vrucht uit zal groeien.
Al ver voor de Christelijke jaartelling was de meloen bekend. De meningen over het exacte moment van ontstaan liggen ver uiteen: 1000, misschien zelfs 4000 jaar voor Christus. Ook de Grieken en Romeinen waren al bekend met de meloen. In de 15e eeuw bracht Karel VIII de meloen mee uit Italië.