
Kenmerkend voor de gember is de citroenachtige, soms peperachtige smaak met een zoete ondertoon. Gember komt onder andere voor in India, China en Mexico.
Kenmerkend voor de gember is de citroenachtige, soms peperachtige smaak met een zoete ondertoon. Gember komt onder andere voor in India, China en Mexico.
Bij aankoop horen gemberknollen niet uitgedroogd te zijn. Koop gave knollen zonder schimmelplekjes. Uitlopers aan de knollen zijn geen probleem, want deze kun je gebruiken om gerechten een lichte gemberachtige smaak te geven.
Gember komt onder andere voor in India, China en Mexico. India is momenteel de grootste producent.
Gember is het hele jaar verkrijgbaar.
Stukken verse gember kun je het beste 2 tot 3 weken in een open plastic zak in de groentelade van de koelkast bewaren.
Gekonfijte gember en gemberpoeder kun je maanden bewaren in afgesloten potjes.
Je kunt de gemberwortel dun schillen en in plakjes snijden of raspen op een scherpe rasp.
De wortel wordt zowel geschild als ongeschild, heel of in reepjes verkocht.
Gember is de wortelknol van de gemberplant. De plant groeit het hele jaar door, kan een meter hoog worden en groeit het beste in een warm, vochtig klimaat met veel zon. De gemberplant heeft gele met paarsgevlekte bloemen.
Na een jaar wordt de wortel uitgegraven, gewassen, gekookt en in de zon ongeveer 8 dagen te drogen gelegd. Gember is nooit in het wild aangetroffen en daarom is de werkelijke oorsprong niet bekend. Maar de knol werd 2800 jaar v. Chr. al door Griekse bakkers in brood verwerkt. Een gemberbrood was in die tijd een geschenk als gebaar van liefde en respect. In de Middeleeuwen had gember dezelfde waarde als zwarte peper. Rond 1800 stond er in Engelse cafés gember op de bar voor over het bier. Hier is ‘ginger ale’ uit voortgekomen.