
De Granny Smith-appel dankt haar naam aan de eerste kweker van het ras; Granny Smith. De appel is felgroen van kleur en wordt geel naarmate deze rijp wordt.
De Granny Smith-appel dankt haar naam aan de eerste kweker van het ras; Granny Smith. De appel is felgroen van kleur en wordt geel naarmate deze rijp wordt.
Een goede Granny Smith moet er gaaf uitzien, is stevig en onbeschadigd. Appels zijn erg stootgevoelig. Stoten of butsen veroorzaakt beurse plekken. Behandel appels dan ook voorzichtig.
Appels van het ras Granny Smith zijn, op de eerste weken van september na, jaarrond verkrijgbaar.
Een Granny Smith appel is na aankoop circa 2 weken houdbaar. Bewaar appels op een koele, donkere plaats. Bij voorkeur in de koelkast, dan blijven ze tot wel 4 weken goed. Appels die op de fruitschaal liggen worden snel overrijp en doordat ze veel ethyleen produceren beïnvloeden ze bovendien het overige fruit op de fruitschaal nadelig.
Was de Granny Smith, verwijder het klokhuis en schil de appel indien gewenst. Appels verkleuren na het schillen snel. Voeg citroensap toe om bruinverkleuring te voorkomen.
De appel van het ras Granny Smith is oorspronkelijk uit Australië afkomstig.
Als cultuurvrucht is de appel al heel lang bekend, langer waarschijnlijk dan de peer. Dat valt onder andere af te leiden uit vondsten in Italië en Zwitserland, waar bij prehistorische paalwoningen resten zijn gevonden van gekweekte appels. Deze moeten al zo’n 4500 jaar geleden zijn geteeld. Over de wilde voorouders van de moderne appel bestaat enige onzekerheid. Waarschijnlijk heeft de Europese wilde appel als stamsoort niet zo’n grote rol gespeeld. Een grote rol zou wel zijn weggelegd voor de Astrakanappel uit Siberië en Noord-China.
Appels- en perenteler